07 januari, 2011

Overvallen worden in Montevideo

Ik heb allang door dat de kans dat je overvallen wordt in Zuid-Amerika heel wat groter is dan in Nederland. Ik luisterde altijd met huiver naar de verhalen van vrienden hier die waren beroofd van hun geld door mannen met messen, en ik griebelde altijd van de verhalen die ik in de krant las over roofmoorden of verkrachtingen. Ik probeerde altijd op mijn hoede te zijn en om een echte 'local' te lijken, in plaats van enorm de toerist uit te hangen. Tot ik daadwerkelijk een toerist werd. Op vakantie met A, R en S in Montevideo, Uruguay.

We waren de avond ervoor aangekomen in 'The Green Hostel'. Dit hostel lag iets afgelegen in een wat oudere wijk van de hoofdstad, genaamd Ciudad Vieja (wat Oude Stad betekent). Het hostel waar we in verbleven was mooi, maar zat op het randje van het lelijke gedeelte van de wijk, waar we níet heen moesten gaan. "Daar wonen de 'crackjunks'", vertelde het meisje van het hostel ons. Fijn om te weten, daar zouden we dus vooral niet naartoe gaan.

Onze eerste ochtend in Uruguay wilden we meteen de buurt verkennen. S had slecht geslapen, dus die bleef nog eventjes liggen. Maar A, R en ik gingen op ontdekkingsreis door de door de reisboekjes als idyllisch beschreven buurt. De oude huizen waren erg mooi en al gauw werden de fotocamera's uit de tassen gehaald en maakten we de ene foto na de andere. Romantische raampjes, statige deuren, wij vonden het allemaal even prachtig. Er was niemand op straat, en we kwebbelden gezellig in het Nederlands met elkaar. 3 blonde toeristen met camera's waren we. Achteraf gezien.



Op een gegeven moment had ik dat wel door. Ik zei nog: "Kom, zullen we even doorlopen?" Ik had achter ons al een zwartgeklede jongen gescreend die zijn mobiele telefoon aan zijn oor had, maar wel naar ons aan het kijken was. En er liep een andere jongen met een pet op ons af. Ik draaide me om en begon wat sneller te lopen. En toen zag ik hem achter me aan komen. De jongen met de pet. Naief als ik was dacht ik dat hij gewoon ook die straat in zou gaan en misschien heel erge haast had. Maar algauw voelde ik hem aan mijn tas zitten. Ik begon te schreeuwen maar hij had razendsnel mijn tas kapot gescheurd en was er vandoor gegaan. In een flits ging het door me heen. Dus zo voel je je dus als je overvallen wordt.

En toen...
En toen voelde ik alleen nog maar pure woede en rende ik achter hem aan. "HIJO DE PUTA!! HIJO DE MIL PUTAS!!! TE VOY A MATAR!!!!", riep ik hem na. Wat "Zoon van een hoer, zoon van duizend hoeren, ik ga je vermoorden" betekent. Toen flitste een andere gedachte door mij heen: angst. Regel 1 bij diefstal in Argentinie is dat je nooit een dief achterna moet rennen. Hij kan een pistool o.i.d. bij zich hebben. Dus ik stopte plotseling. Radeloos. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Rennen, of de dief laten gaan?

Ik hoorde R achter mij: "Señores!!" roepen. Ja! Er waren twee mannen de straat aan het schoonvegen! "Help me! Help me alstublieft!" riep ik naar ze. Maar ze staarden mij alleen maar dom aan terwijl de dief hun passeerde. Ik zag hoe mijn portemonnee uit mijn tas werd gehaald en evenlater op straat werd gegooid samen met wat er was over gebleven van mijn kapotte tas. De jongen glipte snel de hoek om en verdween uit mijn zicht. Ik rende snel naar mijn spullen toe. Buiten adem en rillend van de woede, maar ergens ook heel erg opgelucht dat ik alles weer had. Na een snelle check zag ik dat alleen het briefgeld dat ik bij me had (zo'n 100 Argenijnse pesos/20 euro) was weg. Mijn pinpas, en de 800 Argentijnse pesos/160 euro) die ik net gepind had en veilig in een achtervakje van mijn portemonnee weg had gestopt, zaten nog keurig op hun plaats.

De dief was spoorloos verdwenen. En de in het zwartgeklede jongen met de mobiele telefoon was trouwens ook nergens meer te bekennen. Een oudere vrouw keek naar ons, en een goedgeklede man kwam ons 'helpen'. We moesten hier echt aangifte van doen, want de Montevideaanse dieven hadden het volgens hem altijd op toeristen gemunt en er werd nooit aangifte van gedaan. Zo'n soort verhaal. We moesten twee blokken naar rechts en dan eentje naar links. Maar hij zou ons er wel naartoe brengen. Ik was inmiddels ietsje gekalmeerd en besefte me dat we in de wijk terechtgekomen waren waar volgens het meisje van ons hostel de 'crackjunks' woonden.

Ik voelde me met de minuut onveiliger. Een andere man 'die ook de weg aan het schoonmaken was' siste ons na: "Jullie hebben bijna geen kleren aan". Ik keek hem woedend aan. Ik woon godverdomme in Argentinie hoor! We zijn geen domme toeristen! En riep hem in het spaans na: "Wat een poep-commentaar!" (tja, zo is de Spaanse taal nu eenmaal ;-)). En ik schelde nog wat door geloof ik, maar dat weet ik niet meer zeker. De man die ons wilde begeleiden naar het politiekantoor haakte plotseling af en liet ons aan ons lot over. Midden in de crackjunk wijk. Maar hij had niet gelogen. Er was inderdaad een politiekantoor dichtbij dus ik stapte daar -nog altijd rillend van woede- binnen.

Aangifte doen
Er kwam meteen een agent op me af:
"Hoi, ja, ik zou graag aangifte willen doen van diefstal".
- "Wat hebben ze gestolen?"
"Alleen maar geld"
- "Geen fotocamera?"
"Nee"
- "Geen identiteitsbewijs?"
"Nee, alleen wat geld"
- "Oh..."
"Wat is het probleem? KAN IK SOMS GEEN AANGIFTE DOEN ALS ZE GELD HEBBEN GEJAT?!?!"
Ik was furieus en had het gehad met heel Zuid-Amerika.
- "Jawel, maar het is niet echt ernstig"
"MAG IK DAN DUS GEEN AANGIFTE DOEN??", herhaalde ik. Woedend.
- "Wacht heel even".
En hij liep naar achteren. En kwam NOOIT MEER TERUG.

A en R waren S gaan halen om hem te vertellen wat er gebeurd was. Het hostel lag op een blok afstand. Ik nam plaats op een bankje. Wachtend tot iemand tijd had voor mij.

Het politiebureau bestond uit een zaaltje van 4 bij 5 meter. Er was een deur waar de eerste agent door was verdwenen. Er stonden 2 tafels. Aan eentje was een politieagent bezig met een in pak geklede man. Was hij ook beroofd? Een vrouw met een baby aan haar borst zat naast mij op de bank. Toen de man in het pak wegliep kwam de tweede agent op mij af. Of hij mij kon helpen. "Ja, ik wil graag aangifte doen, maar volgens mij was zij eerst", wees ik naar de vrouw. "Nee hoor" zeiden de vrouw en de agent in koor. Dus ik nam plaats aan een van de tafeltjes, naast het raam terwijl ik mijn verhaal deed.

Privacy?
Er waren inmiddels een stuk of 5 anderen het kantoortje binnengekomen. Die konden mijn aangifte gewoon horen. Bovendien zat het tafeltje waar ik aan zat dus naast het wijd openstaande raam. Op de begane grond. Dus iedereen die op straat voorbij liep kon ook blijven staan om te luisteren naar mijn verhaal. Op een gegeven moment kwam een oude vrouw daadwerkelijk naast het raam staan terwijl ze me aankeek. Toen de politieman vroeg of hij haar kon helpen liep ze weer verder. Heel bizar allemaal.

Maar goed, ik heb aangifte gedaan. Ik beschreef de dief als tussen de 16 en 20 jaar, 1.65 meter, vrij dun, een witte bermuda aan, wit t-shirt, een zwarte pet op die halverwege zijn vlucht was afgevallen, kort, donker haar. Dit klopte alleen voor geen meter met wat A en R hadden gezien. Later die dag hadden we het er namelijk nog over. Volgens de één had de dief zwart, lang, krullend haar. Volgens de ander had hij een donkerblauwe broek aan en een donker T-shirt. Maar we waren het wel alledrie eens met zijn leeftijd en lengte.

Paranoïde
Montevideo was verder een geweldige stad, maar ik heb de hele week (ook toen we daarna naar Buenos Aires gingen) paranoide rond gelopen. Altijd op mijn hoede en altijd wetende wie er achter mij liep. Dat wist ik eigenlijk ook al vlak voordat mijn tas kapot werd getrokken, en mijn instinct vertelde me een minuut voor de diefstal al dat die jongens niet pluis waren (want de in het zwart geklede jongen was zeker weten bij dit alles betrokken, dat dacht de politie agent ook). Maar ik dacht op het moment supreme toch nog dat de dief gewoon haast had en dat hij daarom zo snel begon te lopen. HOE NAIEF!

Ik weet nu dat mijn instinct het toch echt bij het juiste eind heeft. En dat ik daar dus gewoon naar moet luisteren de volgende keer. Maar laten we hopen dat er geen volgende keer komt. Want hoewel ik ontzettend veel geluk heb gehad dat er slechts briefgeld was gestolen, zo'n diefstal gaat je niet in de koude kleren zitten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten